De Wet verbetering poortwachter is in 2002 van kracht geworden met als doel langdurig ziekteverzuim te voorkomen en de re-integratie in werk tijdens de eerste periode van arbeidsongeschiktheid te bevorderen. Direct doel is de verlaging van de instroom van de WAO/WIA. De wet bewaakt als het ware de poort van de WAO en WIA.
De Wet verbetering poortwachter verlangt dat de werkgever en werknemer zich, samen met een gecertificeerde arbodienst of een geregistreerde bedrijfsarts, inspannen om de arbeidsongeschikte werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Uit deze wet vloeien een aantal, vooral tijdsafhankelijke, verplichtingen voort. Verplichtingen waaraan voldaan moet worden om een eventuele loonsanctie van het UWV te voorkomen.
Welke verplichtingen stelt de Wet verbetering poortwachter aan werkgevers en werknemers?
In het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid:
- Arbeidsongeschiktheid door ziekte moet binnen één week gemeld worden bij de arbodienst of bedrijfsarts.
- Voor het einde van de zesde week van arbeidsongeschiktheid moet er een Probleemanalyse opgesteld worden door de arbodienst of de bedrijfsarts.
- De werkgever stelt samen met de werknemer een Plan van Aanpak (PvA) op, uiterlijk binnen acht weken na de eerste dag van arbeidsongeschiktheid.
- Indien er sprake is van een langdurig verzuim moet de werkgever een re-integratiedossier bijhouden.
- Er dient ieder zes weken een voortgangsgesprek plaats te vinden tussen werkgever en werknemer. Een (kort) verslag van dit gesprek wordt vastgelegd in het re-integratiedossier.
- Er kan een casemanager aangesteld worden, welke de re-integratie begeleidt en welke de uitvoering van het Plan van Aanpak controleert.
- De werkgever meldt de werknemer arbeidsongeschikt bij het UWV zodra de 42e week van arbeidsongeschiktheid bereikt wordt. De zogenaamde 42e weeks melding. Dit kan digitaal of handmatig.
In het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid:
- Tussen de 46e en 52e week volgt er een eerstejaarsevaluatie indien de werknemer onverhoopt lang arbeidsongeschikt blijft. Tijdens deze evaluatie wordt de re-integratie inspanningen van het eerste jaar besproken en stellen de werkgever en werknemer vast wat de re-integratiedoelen van het tweede jaar zullen zijn en hoe ze denken deze doelen te gaan bereiken. Zij laten zich daarbij (verplicht!) adviseren met een arbeidsdeskundig onderzoek. Van dat onderzoek kan alleen worden afgeweken indien de bedrijfsarts daar medische redenen toe ziet en indien die medische redenen staat vermeld in een terugkoppeling of een (bijstelling van de) probleemanalyse.
- De werkgever stelt samen met de werknemer voor de 91e week van arbeidsongeschiktheid een re-integratieverslag op. Dit bevat alle resultaten van ruim anderhalf jaar begeleiding van verzuim. Tenminste worden de volgende documenten aangeleverd:
- probleemanalyse inclusief eventuele bijstellingen
- plan van aanpak inclusief eventuele bijstellingen
- AD onderzoek (indien uitgevoerd
- eerstejaarsevaluatie
- re-integratie verslagen (eerste spoor dan wel tweede spoor) bij re-integratie in ander dan het eigen werk
- behaalde resultaten (arbeidsduur, taken en loonwaarde) bij re-integratie in het eigen werk
- actueel oordeel bedrijfsarts of arbodienst
- eindevaluatie plan van aanpak
- medische informatie (door bedrijfsarts opgesteld en aan te leveren door de werknemer zelf)
De resultaten van de gerealiseerde werkhervatting worden bij het re-integratieverslag in heldere bewoordingen concreet gemaakt.
- Na inzending van het re-integratie verslag en het doen van de WIA aanvraag (digitaal door de werknemer zelf) zal het UWV de WIA aanvraag gaan beoordelen. Dit gebeurt in drie stappen:
- zijn de documenten tijdig aangeleverd en zijn alle document die nodig zijn voor een beoordeling aangeleverd? Zo niet, dan volgt een kans op correctie. Blijft correctie uit? Dan volgt een loonsanctie voor de werkgever. Zijn de documenten compleet, dan volgt de volgende stap.
- op basis van de ingeleverde stukken worden de re-integratie inspanningen van werkgever en werknemer beoordeeld. Het resultaat kan onvoldoende en voldoende zijn. Bij onvoldoende inspanningen volgt alsnog een loonsanctie voor de werkgever met een advies tot aanpassen van de re-integratie inspanningen op vlakken waar deze in gebreke zijn gebleven. Bij een voldoende beoordeling van de re-integratie inspanningen volgt eindelijk de werkelijke WIA beoordeling.
- de feitelijke WIA beoordeling door de verzekeringsarts (opstellen van de belastbaarheid met arbeid op basis van medische feiten) en de arbeidsdeskundige (vaststellen van passende functies die kunnen worden verricht, bepalen mate van arbeidsongeschiktheid aan de hand van de gegevens opgesteld door de verzekeringsarts).